Eén apparaat voor zakelijk én privé: hoeveel verduurzaam je daarmee?

Een zakelijke telefoon, een werklaptop, een adapter, USB-sticks, opladers, muizen en toetsenborden… en natuurlijk een tasje. Tijdens de pitch van experimentteam ‘Ontstapelen van apparaten’ verdwijnt een van de teamleden bijna onder de stapel met materialen die ze ontvangt als ‘nieuwe rijksmedewerker’. Het is een komisch stukje theater met een serieuze boodschap: al die apparaten, dat kan toch wel minder? In de pilot verduurzaming CAO Rijk ontwikkelde het team onder meer het idee om eigen apparaten vaker zakelijk te gebruiken, genaamd Bring Your Own Device (BYOD). Welke duurzame voordelen levert dat op? We vroegen het ze.

v.l.n.r. Diederik Luijk en Suet Fun Liu tijdens de pitch.

Namens het experimentteam ‘Ontstapelen van apparaten’ staat Diederik van Luijk ons te woord op persoonlijke titel. Hij werkt sinds 2013 als toekomststrateeg bij het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). Zijn teamgenoten werken beiden voor Rijkswaterstaat: Remko Hayes is applicatiemanager watermanagement en Suet Fun Liu is functioneel beheerder bij wegenpakket Grote Projecten en Onderhoud (GPO). De aanmelding voor de pilot kwam voort uit hun behoefte aan een betere en duurzamere cao voor rijksmedewerkers, met name op het gebied van IT. Hun achtergrond speelde hierbij een grote rol, vertelt Diederik. “Remko zit diep in de techniek, dat is dagelijkse kost voor hem. Suet Fun bouwt onder meer mee aan applicaties en ik heb een ingenieursachtergrond.”

Diederiks duurzaamheidsambities begonnen al vroeg, toen hij zich als kleine jongen realiseerde hoeveel onnodige gadgets hij had. “Niet lang daarna stond alles op Marktplaats”, lacht hij. Die betrokkenheid groeide naarmate Diederik ouder werd. “Ik ben al jaren bezig met duurzaam leven, samen met mijn vrouw en kinderen. We bouwden een gasloos huis met slimme verlichting en goede isolatie – maar vooral met minder spullen.” Hun afwegingen, voortgang en ervaringen delen ze op hun blog ‘De Groene Familie’.

Minder apparaten betekent minder afval en minder CO₂

Vanuit zijn privé-ervaringen leerde Diederik hoeveel er kan met minder materialen. “Maar bij het Rijk zijn er nog veel obstakels. Remko vertelde hoe moeilijk het was om het bij zijn indiensttreding voor elkaar te krijgen dat hij één telefoon voor werk en privé mag gebruiken.” Maar waarom wilde hij dat dan? “De productie van elektronische apparaten zoals laptops en smartphones vereist aanzienlijke hoeveelheden energie en grondstoffen, waaronder metalen als koper, zilver en goud. De winning van deze materialen leidt tot bodem- en waterverontreiniging en natuurlijk uitstoot van broeikasgassen. Maar ook de fabricage en het transport naar de consument zorgt voor CO₂-uitstoot. En wanneer elektronische apparaten het einde van hun levensduur bereiken, komen ze op de wereldwijde elektronische afvalberg. Deze verspreidt zich met name over ontwikkelingslanden waar de regelgeving zwak is. De chemische stoffen die hierbij vrijkomen, zijn ontzettend slecht voor mens en milieu.” 

Een groot deel van de footprint zit dus in de productieketen, en ICT doet een groot beroep op kritische grondstoffen. Genoeg reden om te starten met de drie experimenten die het team opzette: zo min mogelijk apparaten tegelijk gebruiken (door werk- en privé-apparaten te combineren), het verlengen van de levensduur van apparaten en het beperken van het aantal accessoires dat nodig is voor apparaatgebruik. Met name het eerstgenoemde experiment bleek een succes. Diederik legt uit: “Met een ABC-test via een speciale webpagina onderzochten we hoe rijkscollega’s denken over gecombineerd gebruik van de smartphone en laptop. Hierbij onderzochten we verschillende mogelijkheden. Denk aan een maandelijkse vergoeding voor het zakelijke gebruik van je privételefoon. Daar stonden deelnemers erg positief tegenover. Dit bleek in alle gevallen duurzamer én goedkoper dan de aanschaf van een nieuwe werktelefoon. Wanneer 3% van alle rijksambtenaren ervoor kiest de eigen laptop en smartphone te gebruiken, levert alleen dat al een CO₂-besparing op van 455.400 kilo per jaar. Dat zijn heel wat retourvluchten van Amsterdam naar Londen!”

Diederik Luijk legt het idee voor de pilot verduurzaming CAO Rijk uit.

“Duurzamer kan en moet het sowieso, dus laten we denken in mogelijkheden.”

Een 'no-brainer' met risico's

Diederik, Suet Fun en Remko pitchten met z’n drieën op de Demo Dag. Het toneelstukje sprak tot de verbeelding, ook bij de jury. “Dat is toch een no-brainer?” zei een van de juryleden enthousiast. “Dat vinden wij dus ook”, blikt Diederik tevreden terug. “Maar de jury merkte wel terecht op dat er veel belangen meespelen bij dit thema. Neem veiligheid; als medewerker van het NCSC snap ik de zorgen heel goed. Het liefst heeft men 100% veiligheidsgarantie, maar dat kan niet. Het is allemaal risicobeheersing.”

Natuurlijk heeft het experimententeam over risico’s nagedacht. Het beperken daarvan kan onder meer door inzet van een ‘virtuele container’, waarbij alle belangrijke programma’s achter een inlogmuur zitten. Daarmee zijn de data afgeschermd. “Ook kan het beveiligingsniveau verschillen per applicatie of functie: van extra inlogmethoden tot vaste computers die enkel kunnen worden gebruikt in een beveiligd rijksgebouw”, vertelt Diederik. “We kunnen niet beloven dat álles veilig kan, maar er zijn oplossingen. Duurzamer kan en moet het sowieso, dus laten we denken in mogelijkheden. Overigens hebben enkele ministeries BYOD al mogelijk gemaakt, dus veiligheid bleek daar geen belemmering voor invoering. Op die plekken krijg je echter alsnog extra werkapparaten – dat gaat natuurlijk voorbij aan het idee.”

“Als je aan de slag wilt met grotere veranderingen, moet je accepteren dat je bepaalde dingen gewoon niet weet. Juist door het te gaan doen, krijg je informatie. Ook als het niet werkt. Dát is echt experimenteren.”

Een samenwerkingsdag in de kerk De Lik. In het midden is het experimententeam van Ontstapelen van apparaten aan het brainstormen.

Zoals verwacht loopt alles anders

De cao of arbeidsvoorwaarden zijn in de pilot verduurzaming CAO Rijk breed opgevat. Het gaat om waar je als werknemer allemaal mee in aanraking komt. Van het aanbod van opleidingen en het eten in de bedrijfskantine, tot vervoer voor woon-werkverkeer. Of dus ICT-apparatuur. De organisatie van de pilot verduurzaming CAO Rijk heeft aangegeven de mogelijkheden voor dit idee te bespreken met collega’s in de bedrijfsvoering die over de ICT-voorzieningen gaan. Zij doen ook al veel op het gebied van verduurzamen, dus wie weet kunnen de opgehaalde inzichten van medewerkers gekoppeld worden aan bestaande trajecten. Diederik zal een klankbordrol vervullen. “Daar ben ik blij mee, die beperktere betrokkenheid. Het was namelijk een ontzettend leerzaam, maar ook intensief traject.” Met name over de wijze waarop de experimenten werden opgezet, is Diederik lovend: “De experts en workshops in de pilot hebben ons echt een andere aanpak geleerd. Normaal gesproken kauw je als rijksambtenaar alles voor, voordat je iets gaat uitvoeren. Maar als je aan de slag wilt met grotere veranderingen, moet je accepteren dat je bepaalde dingen gewoon niet weet. Juist door het te gaan doen, krijg je informatie. Ook als het niet werkt. Dát is echt experimenteren.”

Deze les past Diederik inmiddels ook toe in zijn dagelijkse werk: “Met name bij het ontwikkelproces. Ik vertel collega’s dat er geen vaste route is van A naar B. We kijken en evalueren stap voor stap. Het resultaat weet je nog niet. Dat is de houding waarmee je zo’n traject in moet gaan: zoals verwacht loopt alles anders.”