Tweewielers in de cao: duurzaam, goedkoop én gezond

Het is eigenlijk geen nieuws meer: fietsen is - na lopen - zo ongeveer het duurzaamste transport denkbaar. Fietsen naar je werk heeft nauwelijks negatieve impact op het klimaat en levert ook nog eens aanzienlijke gezondheidsvoordelen op. Deze vorm van vervoer zorgt dus voor een duurzamere bedrijfsvoering én duurzame inzetbaarheid van werknemers. Toch is er nog te weinig ruimte voor de fiets in de huidige CAO Rijk, vinden de leden van het experimentteam ‘Boost de fiets’. In dit artikel leggen zij uit waarom hun deelname aan de pilot voor een duurzamere CAO Rijk zo belangrijk is.

Lone Mokkenstorm en Olaf Tuinder

Het experimentteam

Lone Mokkenstorm is maritiem meteoroloog bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI). Daar zit ze ook in de ondernemingsraad. Omdat Lone eenmalig vervangen moest worden voor een overleg voor de pilot verduurzaming CAO Rijk, werd collega bij het KNMI Olaf Tuinder ingeschakeld. Hij is wetenschapper op het gebied van atmosfeer. “Het team begon met een aantal mensen waarvan al snel duidelijk werd dat niet iedereen kon blijven meedoen. Toen heb ik besloten me permanent aan te sluiten.” Olaf en Lone vormden een team met Steven Rovers (Belastingdienst), Rick van Vliet (ministerie van Justitie en Veiligheid), Fleur Kelpin (Dienst Uitvoering Onderwijs) en Cindy Bloemendaal (ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties). Met zijn zessen gingen ze verder onder de naam ‘Boost de fiets!’.

v.l.n.r. Steven, Rick, Fleur en Cindy. Olaf en Lone ontbreken op deze foto.

Meer ov-fietsen, onderhoud en kilometervergoeding

Het experimentteam heeft hun missie met behulp van de Design voor Duurzaam-methode gedefinieerd in drie concrete ideeën, die volgens Olaf “eigenlijk rechtstreeks de cao in kunnen”. Het eerste idee is om de combinatie van ov en fietsvervoer te vergemakkelijken. Een voorbeeld is een mogelijke vergoeding voor fietsenstallingsabonnementen op het station. Maar ook kan de ov-fiets worden ingezet voor woon-werkverkeer, zodat ambtenaren minder afhankelijk zijn van de bus vanuit het station naar hun werkplek, bijvoorbeeld. “Hiervoor kunnen we de shuttelkaart gebruiken”, legt Lone uit. “Iedere ambtenaar heeft zo’n kaart. De regeling kan dus bij wijze van spreken direct ingaan. Bij sommige organisatieonderdelen mag het zelfs al.”

De tweede aanbeveling is gericht op fietsonderhoud. “We willen een mobiele fietsenmaker die langs rijkskantoren gaat om je fiets na te kijken op kleine gebreken. Of, afhankelijk van de locatie, een bon voor bezoek aan de fietsenmaker. Repareren kan dan tegen de kostprijs of op kosten van de werkgever. Het gaat erom dat je langer met je fiets kunt doen. Dat is een stuk duurzamer dan telkens een nieuwe kopen!” 

Het derde idee is meer van financiële aard: “Dat gaat om het gelijktrekken van de kilometervergoeding”, vertelt Olaf. Dat behoeft toelichting. “Als ik vanuit mijn woning in Utrecht naar het KNMI-kantoor fiets”, illustreert Olaf, “krijg ik een hogere kilometervergoeding dan wanneer Lone, woonachtig in Zoetermeer, van station Utrecht Centraal naar hetzelfde kantoor fietst.” Hij wacht even, en voegt dan toe: “Lone fietst letterlijk lángs mijn huis! En toch krijgt ze een lagere vergoeding. Waarschijnlijk omdat er een ov-component in haar reis zit, maar dat kun je natuurlijk niet uitleggen.” Het verhogen van de kilometervergoeding voor fietsers in situaties die overeenkomen met die van Lone, zorgen voor minder druk op het bus- en tramvervoer, minder uitstoot en natuurlijk gezondere werknemers, geven beide deelnemers aan.

Een slide uit de pitch met uitleg over het gelijktrekken van vergoedingen.

Hobbelig traject, maar genoeg draagvlak

Onder begeleiding van de experts van de pilot ging het team aan de slag met het omzetten van de ideeën naar experimenten. Dat viel nog niet mee. Zo duurde het in verband met de vakantieperiode een paar weken voordat de aanvraag voor testgebruik van de ov-fietsen was goedgekeurd. “Maar het lukte, waardoor 41 ambtenaren als proef drie weken lang van de ov-fiets gebruik mochten maken voor woon-werkverkeer. Zij waren erg enthousiast. De ruime meerderheid liet weten vaker de ov-fiets te pakken in plaats van de bus of tram, als dit toegestaan zou zijn”, vertelt Lone. “Ook voor de andere ideeën bleek veel draagvlak te zijn.” Olaf: “Het experiment met de fietsbonnen hebben we helaas niet op tijd kunnen uitvoeren. Het inkoopproces nam te veel tijd in beslag, waardoor we ze pas na de pitches konden uitsturen naar de geïnteresseerde deelnemers. Dit hebben we inmiddels gedaan, zodat we de resultaten eventueel later nog kunnen gebruiken.”

Grenzeloze creativiteit en nieuwe perspectieven

Ondanks de obstakels die ze ondervonden in de experimenteerfase, hebben Lone en Olaf veel lof voor de organisatie van de pilot duurzame CAO Rijk. “De organisatie heeft ons heel veel vrijheid én budget gegeven om experimenten uit te voeren, die zelfs niet altijd 100% direct met de cao te maken hadden”, zegt Olaf. “We hadden vrijwel geen restricties, iets dat we niet gewend zijn als ambtenaren. Dat gaf ons ontzettend veel creatieve ruimte.” Lone vult hem aan: “Door deze pilot heb ik gemerkt hoe goed het werkt om de ruimte te krijgen en werknemers mee te laten denken met dit soort cao-vraagstukken. Ik denk dat een medewerkersperspectief erg veel toevoegt.”

Hoewel Olaf en Lone makkelijk bij elkaar naar binnen konden lopen op kantoor, was het vinden van gezamenlijke overlegmomenten een uitdaging voor het team. “De georganiseerde samenwerkingsdagen waren daarom dé momenten waarop we samen verder kwamen”, vertelt Olaf. “Die rijksbrede samenwerking was niet altijd even makkelijk, maar wel erg leerzaam. Je leert verder kijken en kennis van anderen te gebruiken. Er blijkt altijd meer mogelijk dan je denkt.” Lone: “Je wordt gepusht om verder te denken. Zo wonen enkele teamgenoten buiten de Randstad en zij brachten daardoor regelmatig perspectieven in die voor mij nieuw waren.”

‘Waarom is dit er nog niet?’

Olaf en Lone verzorgden samen de pitch op de Demo Dag. Deze wordt nog vaak geassocieerd met het markante geluid van een fietsbel dat te horen was na elke genoemde aanbeveling. “De jury gaf het beste antwoord dat we konden wensen, namelijk: ‘waarom is dit er nog niet?’ Dat is de perfecte bevestiging, dan ben je klaar”, vertelt Olaf enthousiast. Beide deelnemers staan dan ook zeker open voor een vervolg. “Onze aanbevelingen kunnen nu al makkelijk worden meegenomen in de onderhandelingen. De resultaten van de fietsbonnen komen nog, en wellicht gaat de organisatie van de pilot nog meer experimenten uitvoeren”, zegt Lone. “Er is in ieder geval meer dan genoeg draagvlak!”