Afvalverwerking door circulair gebruik van grondstoffen

Compost, koeien en kleding: wat heeft dat met elkaar te maken? Ze zijn allemaal onderdeel van innovatieve duurzame afvalverwerkingsmethoden die door de Rijksoverheid worden gebruikt. Maurice Goudsmith vertelt ons tijdens de Week Zonder Afval meer over deze duurzame omgang met afval en wat dit oplevert.

Een roodbonte koe graast op de oever, achter de koe ligt de floating farm - een drijvende boerderij

Maurice is verantwoordelijk voor de inkoop van voorzieningen voor Afvalzorg en Grondstoffenmanagement voor de Rijksoverheid, de Sociale Verzekeringsbank, de dienst Koninklijk Huis en de gemeente Amsterdam. Dat gaat dus om grote hoeveelheden afval en meer dan 25 afvalstromen. Maurice: “Het is bij de afvalverwerking belangrijk om grondstoffen zo circulair mogelijk te hergebruiken. Energiewinning door verbranding is daarbij de laagste vorm. Idealiter wordt de grondstof behouden en weer hoogwaardig ingezet. Maar als het toch moet dan voer ik de afvalwerking uit met een zo laag mogelijke milieudruk.”

Geen transport meer nodig door afval lokaal te verwerken

Een van de afvalstromen waar een nieuw project voor is gestart om die duurzaam te verwerken, is organisch restafval. “Dat is bewerkt voedsel, zoals gekookte groente en vlees. Gft-afval valt ook onder deze stroom. We hebben gekeken hoe we de verwerking van dit afval op de meest milieuvriendelijke manier kunnen doen. In de huidige werkwijze wordt het eerst vergist, waarbij groen gas ontstaat. Dat kan worden gebruikt voor energie. Hieruit ontstaat vervolgens compost. Het nadeel van het huidige proces is dat we met afval in heel Nederland te maken hebben. Hierdoor heb je bij het verwerken al gauw met veel transport te maken. We zijn daarom op zoek geweest naar een duurzame verwerking. Hiervoor hebben we met verschillende bedrijven om de tafel gezeten. Uit het onderzoek is gebleken dat lokaal vergisten en composteren de minste milieuschade toebrengt,” legt Maurice uit.

Bedrijven die dit kunnen, zijn door Maurice en zijn collega’s uitgedaagd om zich in te schrijven om dit afval te gaan verwerken voor de provincies Utrecht en Zuid-Holland. “Uiteindelijk heeft De Clique dat gewonnen. Vanaf 1 juli aanstaande gaan zij bij alle gebouwen waar wij voor Utrecht en Zuid-Holland organisch restafval afleveren, dit ophalen, composteren. Overal waar het kan, gooien we zelf ons organisch afval in een composteermachine. Dat wordt keurig gewogen en daarna komt de compost eruit die we lokaal in de tuinen van de rijksoverheid kunnen gebruiken. Er is dus geen transport meer nodig. Dat is de grootste winst bij deze aanpak. Bovendien gebruikt de composteermachine maar 5 Watt aan energie.”

Groepsfoto van de mensen achter het merk Greenful, op de achtergrond is de werkplaats zichtbaar met aan de muren t-shirts met verschillende soorten prints

Van oude kleding naar duurzaam bouwmateriaal

Kleding van defensie of de politie wordt zo veel mogelijk hergebruikt.  Dat kan niet als het versleten of verouderd is, en in dat geval wordt het verbrand. Dat kan duurzamer. Het bedrijf Greenful (voorheen Retex, zie foto) kan van oud textiel duurzaam bouwmateriaal maken.

Maurice: “Bij Greenful persen ze het textiel samen met wat plastic in grote matrijzen. Er worden dan panelen van gemaakt. Ze kunnen er zelfs isolatie aan toevoegen. Je krijgt hierdoor harde panelen die je kunt gebruiken in de bouw als vervanging voor bijvoorbeeld hout. Het is in elke kleur te krijgen en één verflaag volstaat om het een andere kleur te geven. De panelen kunnen bovendien ook weer worden gerecycled. Het heeft dus heel veel voordelen en we lossen daarmee ook een stuk van ons textielprobleem op. We zijn nu een proef aan het draaien en hebben de eerste panelen ontvangen die van defensiekleding zijn gemaakt. Momenteel zijn we aan het kijken hoe we die panelen binnen defensie of binnen de overheid weer kunnen inzetten als voorbeeld voor de rest van Nederland. Daarmee verwachten we uiteindelijk ongeveer 30% van het textieloverschot wat we hebben in Nederland op te kunnen lossen.”

Koeien op een drijvende boerderij

De Floating Farm in Rotterdam is een drijvende boerderij gericht op duurzaamheid. De koeien staan op een drijvend platform en kunnen ook naar de weide lopen. Snijresten van groenten, fruit en brood worden bij overheidskantoren in Rotterdam van de Belastingdienst, Rijkswaterstaat en de Rechtbank ingezameld en gebruikt als voer voor deze koeien. Maurice: “Het resultaat is dat de koeien minder voer nodig hebben, waardoor er minder CO2 vrijkomt. De melk van deze koeien nemen we weer af en dat gaat terug naar onze restaurants. We maken dus een soort kringloop van ons afval. Elektrische wagentjes van Picnic halen de snijresten op en bezorgen de melk bij de kantoren. Bezoekers van het restaurant zien het resultaat aan de melkflesjes met Floating Farm erop. Dat maakt het tastbaar. Dit laat zien dat als je goed afval scheidt, het nieuwe producten kan opleveren.”

overzichtsfoto van de floating farm, gezien vanaf de kade

De overheid als aanjager van duurzame afvalverwerking

Deze innovatieve projecten worden door de rijksoverheid opgezet om duurzaamheid binnen de markt te stimuleren. Maurice: “De overheid zoekt naar manieren om oplossingen voor het afvalprobleem aan te jagen, daar waar de markt dat nog niet doet. De projecten die we net genoemd hebben, zijn daar voorbeelden van. Zo hebben we er natuurlijk nog meer. Als het initiatief eenmaal draait, stapt de overheid weer terug en laten we het aan de markt over. Daarmee stimuleren we de markt om steeds duurzamer te gaan verwerken.”

“Met deze projecten lossen we iets op aan het einde van de keten, dat je misschien wel had kunnen voorkomen. Door goed na te denken over voedselverspilling of verpakkingsmateriaal, houd je aan het einde van de keten geen of minder voedsel-, papier- en plasticstromen over en hoef je het niet meer te verwerken.”

Hoewel deze initiatieven ervoor zorgen dat we afval duurzamer verwerken, is het beter om afval te voorkomen. “Met deze projecten lossen we iets op aan het einde van de keten, dat je misschien wel had kunnen voorkomen. Door goed na te denken over voedselverspilling of verpakkingsmateriaal, houd je aan het einde van de keten geen of minder voedsel-, papier- en plasticstromen over en hoef je het niet meer te verwerken. Verder moet je jezelf ook afvragen waarom je eigenaar van een product wilt zijn, want uiteindelijk leidt het tot afval. Het is beter om iets te huren of leasen, waarbij het eigenaarschap van de producent blijft. De producent krijgt dan uiteindelijk zijn eigen materialen weer terug en die kan er veel makkelijker weer dingen mee maken,” legt Maurice uit.

Geen aanbodverplichting voor afval

Afvalverwerking kost ook nog eens veel geld, wat het voorkomen van afval extra belangrijk maakt. “Ik vind die kosten een goede stimulans om ervoor te zorgen dat je als organisatie aan de voorkant beter inkoopt. De vervuiler betaalt, dus als zij slecht inkopen betekent het dat ze hoge kosten aan de achterkant krijgen. Het zou tenslotte raar zijn als afval geld op zou leveren, want dan wil iedereen meer afval produceren. Het kan niet zo zijn dat als ik te weinig afval produceer, mijn leveranciers willen dat ik meer afval aanlever omdat ze meer grondstoffen nodig hebben. Dan worden ze afhankelijk van mijn afvalstroom en daarmee heb je een soort aanzuigende werking op afval. Ik maak daarom contracten waar geen aanbodverplichting is. Dus ik heb afval, maar ik probeer het te voorkomen. Ze moeten er daardoor rekening mee houden dat het steeds minder wordt. Als er afval is, gaan we dat duurzaam verwerken. Het zou best zo kunnen zijn dat sommige stromen daardoor opdrogen en een leverancier uiteindelijk geen afval meer krijgt en het contract uiteindelijk stopt.”

Werk je bij de rijksoverheid en wil je meer leren over circulariteit en het voorkomen van afvalstromen? Schrijf je dan in voor het event Denk groot, doe klein (en duurzaam) op 22 juni 2022.