Studenten storten zich op de logistiek van de Rijksoverheid

Een uitdaging was het zeker: manieren aandragen om het vrachtvervoer voor de Rijksoverheid te verduurzamen. En nee, dat betekende niet het ontwerpen van een nieuwe duurzame vrachtwagen. Vier studenten gingen deze Sustainability Challenge aan, met als resultaat een doorwrocht rapport en waardevolle leermomenten. Wij spraken met twee van hen.

Een chauffeur bij een elektrisch DHL busje

Al op jonge leeftijd toonde geneeskundestudent Nora Verberne (Erasmus Universiteit Rotterdam) interesse in het thema 'duurzaamheid'. Op de middelbare school gaf ze een presentatie over plastic soep en toen ze in een ziekenhuis ging werken, viel haar op hoeveel afval daar werd geproduceerd. Het gaat met name om plastic buisjes en voedselverpakkingen”, verklaart Nora. “Eén keer per maand mag ik dat opruimen.” Toen ze hoorde van de ‘Sustainability Challenges’, een programma dat studenten uitdaagt om organisaties te helpen verduurzamen, was ze meteen enthousiast. Het onderwerp ‘duurzaamheid van vrachtvervoer in opdracht van de overheid’ wakkerde haar enthousiasme alleen maar aan. “Natuurlijk is dat een heel ander onderwerp dan waar ik me normaliter mee bezighoud, maar het is wel gaaf om daarover na te denken en Nederland en de wereld nog mooier te kunnen maken.”

Betere vrachtwagen ontwerpen

Nora’s Vlaamse collega Marie-Batisse Heite kreeg begin dit jaar de kans om het Honours Programme van de TU Delft te volgen. Ze vulde dit programma zelf in met vakken rondom duurzaamheid. “Daar is de TU Delft veel mee bezig”, zegt ze. “Ik had er al interesse in en heb er veel over gelezen, dus toen ik tijdens een honours kick-off de Sustainability Challenges leerde kennen, was ik verkocht.” Komend van een technische studie wilde Marie, die het thema ‘Sustainability of Heavy Duty Vehicles’ zag staan, aanvankelijk graag een betere vrachtwagen ontwerpen. Bij de eerste sessie bleek dat echter niet de bedoeling te zijn.

Nora en Marie gingen voor dit project samen met collega-studenten Martino van Universiteit Leiden Jervis en Michael Rubin van de TU Delft aan de slag. “Als eerste wilden we begrijpen hoe de logistieke sector werkt en hoe het logistieke systeem bij de overheid in elkaar zit”, vertelt Nora. “Daarover hebben we met case holders (opdrachtgevers) bij de overheid gesproken. We hebben daarnaast een literatuurstudie gedaan waar we veel kennis uit hebben gehaald.” Deze studie kent een duidelijke afbakening: het gaat alleen om zware vrachtwagens en niet om bestelbusjes voor de last mile deliveries. Die zijn al overwegend emissievrij.

Barrières

In het begin was het wel even zoeken voor de studenten. “We konden moeilijk een beeld krijgen wat er van ons verwacht werd”, beaamt Marie. “Wij wilden vooral weten in hoeverre de overheid de bevoegdheid heeft om iets te doen en op welke manier wij daarbij konden helpen.” Daarnaast vond Nora de samenwerking binnen de groep soms wat moeizaam en chaotisch. “Dat kwam mede doordat de studenten vier verschillende studies doen aan verschillende universiteiten. Iedereen had zijn eigen planning, dus dat was lastig.” 

Toch lukte het om wekelijkse overlegsessies in Den Haag of Rotterdam te houden. Het viertal probeerde elke week een online meeting in te plannen met de case holders. Daarin hadden zij soms te maken met een taalbarrière. “We spraken Engels omdat Martino Italiaans is en dat was voor sommigen lastig”, vertelt Nora. Het proces was af en toe chaotisch, maar er was ook plichtsbesef en motivatie bij iedereen. “We vonden het allemaal hartstikke leuk om bij te dragen aan verduurzaming en dat is uiteindelijk gelukt!”

Die bijdrage bestond uit een grondige analyse van het logistieke proces van de Rijksoverheid. Dit leidde tot de formulering van de volgende vijf pijlers: 

  • Betere samenwerking tussen overheid en vervoerders
  • Aanmoedigen van samenwerking tussen vervoerders
  • Vrachtwagenonderdelen en cross docking (goederen gaan zonder tussentijdse opslag rechtstreeks van fabrikant naar eindbestemming)
  • Groen inkoopbeleid 
  • Empirisch onderbouwde criteria voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen rond alternatieve brandstoffen en aandrijving.

Inspiratie

“We hebben gekeken naar wat er in andere landen wel en niet werkt”, legt Nora uit. “Tijdens interviews met twee aanbieders brachten wij in kaart waar pijnpunten liggen en wat beter kan. Wij kregen toen het idee om een standaardformulier te ontwikkelen waarop je invult hoe groot en hoe urgent een pakketje is. Dan kunnen zendingen worden gecombineerd. Daarbij hebben we ook gekeken naar de manieren waarop andere landen dat doen. Zo heeft Duitsland veel elektrische vrachtwagens en delen in Japan verschillende bedrijven dezelfde vrachtwagen om uitstoot te verminderen.”

De vier studenten werden bij dit programma begeleid door Luuk van den Bos en Barbara Budding, beiden werkzaam voor de categorie Logistiek. Deze categorie is opdrachtgever namens het ministerie van Financiën. “Ik zie het rapport van de studenten als een richtingwijzer voor mensen die transport gaan aanbesteden. Het heeft zeker toevoegde waarde als naslagwerk dus het gaat zeker niet de bureaula in”, aldus Luuk. 

Barbara is het helemaal met hem eens. Zij vindt dat de studenten trots mogen zijn op hun eindproduct. “Als ik bedenk waar ze vier maanden geleden waren en waar ze nu staan, gezien hun worsteling met uiteenlopende studies en agenda’s, dan is dat knap. Ze hebben een hele mooie reis gemaakt. Dit rapport is een goed naslagwerk dat we zullen raadplegen als we dit vraagstuk tegenkomen.”

Als je diep in een onderwerp duikt ligt het gevaar van onbegrijpelijk technisch jargon altijd op de loer, maar dat was voor deze studenten geen valkuil. “We komen zelf niet uit die sector, dat heeft zeker geholpen. Dan wordt het verslag sowieso lekentaal”, verklaart Nora. “We hebben geprobeerd om het zo begrijpelijk en behapbaar mogelijk te schrijven zodat het duidelijk is wat de belangrijkste verbeterpunten zijn”.

Kleine stapjes in de goede richting

Niet alleen voor de categorie Logistiek, maar ook voor de studenten waren er leermomenten. “De sector stoot veel CO2 uit en doet al veel om dat te verminderen, maar op het gebied van vrachtverkeer is er nog veel te winnen”, zegt Nora. ” Marie vult aan: “Ik had het idee dat we heel grootse dingen gingen bereiken, maar dat lukte niet. Misschien was ik naïef. De Rijksoverheid is behoorlijk groot en gewichtig, maar dit onderzoek was toch nuttig. Kleine stapjes zijn beter dan geen stapjes en het project was ontzettend leuk. Ik ben nog even enthousiast over duurzaamheid en wil er nog steeds aan werken. Het was een soort positieve reality check.”

De twee studenten kijken ook met een goed gevoel terug op de laatste sessie met alle groepjes waar iedereen zijn of haar resultaten presenteerde. “Wij hadden gele vrachtwagenhesjes aangedaan en waren dus heel herkenbaar”, zegt Nora. Eerder in het proces waren er ook carrouselsessies, waarin je kon vertellen waar je vastliep en elkaar kon helpen. Marie vond dat ook heel prettig. “Anderen buiten je groep zien dingen die jij over het hoofd ziet en er waren andere interessante onderwerpen, zoals de vliegkilometers van de overheid.”

Alle beetjes helpen

Het komende studiejaar gaat Marie in Vancouver verder met vakken Sustainable Chemical Engineering. “Daar wil ik ook mijn master in doen, maar wel bij een universiteit die veel met duurzaamheid doet.” 

Nora doet komend jaar een minor in Artificial Intelligence (AI) en klimaat. Daarnaast werkt ze in een zogenaamd Green Team dat het ziekenhuis waar ze werkt probeert te verduurzamen, een initiatief dat Marie ook graag wil opstarten bij de TU Delft. “Ik rebelleer tegen mijn vader die in de fossiele sector werkt.”

En hebben de twee nog tips? “Bij duurzaamheid helpen alle kleine beetjes”, zegt Nora. “Alleen kennis is al goed, dat is de eerste stap. Eerst duurzaam denken en dan duurzaam doen.” Marie sluit zich daarbij aan. “Word je bewust en neem de tijd om open te staan, te luisteren. Dan komt er tenminste een discussie op gang bij iedereen, wie je ook bent en wat je ook doet.”