Rijksvastgoedbedrijf brengt circulair bouwen tot bloei

Met een gebouwenportefeuille van 12 miljoen vierkante meter vloeroppervlak is het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) de grootste vastgoedorganisatie van Nederland. De portefeuille is divers en bestaat bijvoorbeeld uit rechtbanken, gevangenissen, kantoren en kazernes. “Met de inkoopkracht die dat met zich meebrengt zijn we een launching customer  voor de circulaire bouweconomie en stimuleren we circulairder bouwen,” zegt Jille Koop, adviseur duurzaamheid bij het RVB. Om collega’s en andere opdrachtgevers op weg te helpen ontwikkelde het RVB de tool BLOEI.

Net als de andere onderdelen van het Rijk heeft RVB grootse doelen  op het gebied van duurzaamheid. Het RVB gaat voor integraliteit van duurzaamheid en circulair bouwen is daar onderdeel van. Jille: “In 2030 willen we alle vastgoedprojecten circulair aanbesteden, en in 2050 moet onze portefeuille volledig circulair en CO2-neutraal zijn.”

Containerbegrip

“Om een goede sparringpartner te zijn voor de markt is het nodig dat alle collega’s bij het RVB weten wat circulair bouwen is, en hoe ze die kennis kunnen toepassen,” zegt Jille. Maar waar begin je? Jille: “Circulair bouwen is een containerbegrip. Als je tien mensen vraagt wat circulair bouwen is, krijg je tien verschillende antwoorden. Dat maakt het lastig om in aanbestedingen de juiste vraag te stellen, zodat een inschrijver zich goed kan onderscheiden.” Om dat probleem op te lossen ontwikkelde het RVB de tool BLOEI. “BLOEI is een acroniem en staat voor het beheren van bestaande materialen, een zo laag mogelijke milieu-impact, ontwerp, economische en samenwerkingsmodellen en informatie vastleggen,” legt Jille uit. De tool wordt ingezet in sessies met inkopers, adviseurs en managers om de focus te bepalen die het beste past bij het project. “BLOEI vat de strategieën die er zijn samen en biedt handelingsperspectief. Daardoor kun je als opdrachtgever de juiste afweging maken en keuzes maken binnen het brede palet van circulair bouwen.”

Beheren

“Het RVB beheert en renoveert veel meer dan dat we nieuw bouwen,” zegt Jille. De B in BLOEI staat dan ook voor de afweging die je maakt over het gebruik van bestaande materialen. “Wat kun je behouden of repareren? En als dat niet mogelijk is, hoe zorg je dan dat materialen een plek krijgen binnen onze eigen portefeuille of elders?”

Dat hergebruik een uitdaging kan zijn bleek tijdens een project in het Bestuurskwartier in Arnhem. Jille: “We willen kanaalplaten uit de vloeren hergebruiken, maar hoe weet je of die platen veilig zijn? In samenwerking met een certificeringsinstelling hebben we een protocol opgesteld voor het hergebruik van kanaalplaten. Het stappenplan is openbaar en kan nu ook in andere projecten worden gebruikt om belemmeringen weg te nemen.” Ook is (efficiënt) hergebruik nog niet altijd de norm. “Glas wordt nu vaak in scherven afgevoerd, terwijl het omsmelten heel veel energie kost,” legt Jille uit. “Samen met de glasindustrie en de Hogeschool van Amsterdam zijn we op zoek naar een andere manier om glas te hergebruiken. Bijvoorbeeld door afgedankt dubbelglas op te waarderen naar nieuw HR-glas.”

Laagste grondstoffen- en milieu-impact

“Als we alle afvalstromen in de bouw zouden hergebruiken, voldoet dat volgens een onderzoek van Economisch Instituut voor de bouw aan 40% van de vraag naar materialen,” zegt Jille. “Dus dan is er nog steeds meer dan 60% aan materiaal uit primaire grondstoffen nodig in de bouwsector. Er is enorme winst te behalen op het gebied van een bijzonder primair materiaal. Dat zijn nagroeibare grondstoffen die we gebruiken in biobased producten.” Denk daarbij aan hout en houtvezels, maar ook vezelrijke grassen en mycelium, een schimmel die wordt gebruikt als isolatie. Wel moet ook hier een afweging worden gemaakt: “Als je nagroeibaar materiaal van ver moet verschepen kan het alsnog erg milieubelastend zijn,” zegt Jille. Toch blijkt uit onderzoek dat RVB liet uitvoeren voor hun portefeuille dat biobased materiaal vrijwel altijd de minste impact heeft op het milieu. “Een nadeel van enkel sturen op de laagste milieu-impact is wel dat van veel innovaties de milieubelasting nog niet is berekend. Daardoor vind je ze nog niet terug in de Nationale Milieudatabase, en vinden opdrachtnemers in projecten niet altijd de innovaties die we zo graag willen als launching customer.”

Ontwerp

Circulariteit gaat ook over keuzes die we nu maken die zorgen dat de waarde van een materiaal later behouden blijft. Jille: “Een bekende ontwerpstrategie is losmaakbaarheid. De verschillende gebruikte materialen worden samengesteld, zodat je ze in de toekomst die ook weer zonder schade en waardeverlies kan gebruiken.” Maar je kunt er in het ontwerp bijvoorbeeld ook voor kiezen om zo weinig mogelijk materialen te gebruiken, of alleen biobased materialen die je zoveel mogelijk gescheiden houdt van andere materialen.

Economische- en samenwerkingsmodellen

De ‘E’ van BLOEI gaat over de samenwerking met externe partijen en de markt. Jille: “We stellen vast wat we verwachten van de markt. Je kunt bijvoorbeeld vragen naar een bepaalde mate van volwassenheid van circulariteit in de bedrijfsvoering. Zo stimuleren we bedrijven om zelf in beweging te komen, en nemen we ze mee in de transitie naar circulair bouwen.”

Informatie vastleggen

“Als je weet welke materialen er in een gebouw zijn gebruikt en wat de milieubelasting daarvan is, kun je in een aanbesteding sturen op de circulaire keuzes die de inschrijver gaat maken,” zegt Jille. “Zo voorkom je waardeverlies. Een mooi voorbeeld is de sloop van de radartoren in Wier, Friesland. We hebben toen een inventarisatie laten maken van de materialen. Daardoor konden we heel gericht aan de markt vragen hoe ze de meest milieubelastende materialen zouden hergebruiken.”

Leren door doen

Learning by doing, dat is het motto van het RVB-brede programma Koers Circulair. De tool BLOEI wordt nu uitgeprobeerd in 14 leerprojecten, verspreid over de verschillende deelportefeuilles van het RVB. Na een BLOEI-sessie krijgen de deelnemers een evaluatieformulier. “De eerste reacties zijn positief,” zegt Jille. “Natuurlijk lopen we ook tegen uitdagingen aan. Hoe zorg je bijvoorbeeld dat de timing van vraag naar en aanbod van herbruikbare materialen matcht? Daar gaan we in een nieuw project Kantoor vol Afval mee aan de slag. Maar het is niet aan ons als opdrachtgever om dat alleen op te lossen. Integendeel, de markt komt met mooie initiatieven en daarmee zoeken wij graag de samenwerking op. We werken onder de vlag van Cirkelstad bijvoorbeeld in het traject Samen Versnellen. Samen met andere opdrachtgevers en opdrachtnemers stellen we vast hoe de circulaire bouweconomie er in 2023 uit moet zien. Input daarvoor leveren we bijvoorbeeld in de audit van het renovatieproject met de eerste biobased spreekkamers voor de Belastingdienst in Utrecht.”

Circulair bouwen en BLOEI als standaard

BLOEI wordt steeds breder bekend en gedeeld binnen het RVB. In BLOEI-lezingen laten we ervaringsdeskundigen aan het woord en in BLOEI-sessies gaan we in projecten concreet aan de slag. “Uiteindelijk willen we dat BLOEI de standaard wordt om circulair bouwen aan de voorkant te helpen definiëren in projecten, en willen we de tool delen met andere opdrachtgevers en de markt,” vertelt Jille. Zijn belangrijkste tip op het gebied van circulair bouwen? “Je moet niet alles willen. Kies een circulaire strategie die het best past bij het project, en ga daar zo ver mogelijk in. Circulair bouwen is slechts een middel. Het hogere doel is minder uitstoot van broeikasgassen, minder afval en minder gebruik van primaire en milieubelastende grondstoffen. Houd die doelen voor ogen in de beslissingen die je neemt, en breng van daaruit focus aan.”