‘Met ons duurzaamheidsverslag willen we het goede voorbeeld geven’

Hoe geef je invulling aan de verduurzaming van de Rijksdienst? Die vraag stond centraal op het jaarlijkse rijksbrede evenement Duurzaam Doen, op woensdag 4 oktober in Driebergen, met dit jaar als thema Duurzaam Rijk in actie. Merel Kuiper, senior adviseur duurzaamheid bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en projectleider voor IenW’s jaarlijkse duurzaamheidsverslag, deed mee aan een paneldiscussie over duurzaamheidsverslaglegging.

Het panel op het event
vlnr: Eelke Buizer, Jetske Thielen, Merel Kuiper, Thomas Wissingh

In hun jaarlijkse duurzaamheidsverslag laat IenW zien welke duurzaamheidsresultaten de hele organisatie heeft bereikt in de eigen bedrijfsvoering, in de uitvoering en in de samenwerking met andere partijen. ‘Daarbij kun je denken aan energieverbruik, de reductie van CO2-uitstoot en circulariteit’, vertelt Merel. ‘We streven ernaar in 2030 klimaatneutraal en circulair te werken.’

Transparantie

Het IenW-duurzaamheidsverslag over het jaar 2022 was de achtste in een reeks. Merel: ‘Hoewel het ministerie moet rapporteren over diverse Europese richtlijnen - denk aan biodiversiteit, stikstof en luchtkwaliteit - is het maken van een duurzaamheidsverslag niet verplicht. Maar wij vinden duurzaamheid een belangrijk onderwerp. Leefbaarheid is een van de drie kerntaken van ons ministerie. Wat we doen, willen we duurzaam doen. Bovendien brengen we met het verslag niet alleen onze duurzaamheidsprestaties in beeld, maar geven we ook gehoor aan de steeds luidere roep om transparantie. Daarbij zijn we niet alleen transparant over mooie resultaten. We schrijven ook tegen welke obstakels we aanlopen en waar nog wins te behalen is.’

Global Reporting Initiative (GRI)

Vanwege de grote belangen - denk aan de bescherming van onze natuurlijke omgeving en onze gezondheid - gaan steeds meer overheden een duurzaamheidsverslag maken, of zijn ze geïnteresseerd om daarmee aan de slag te gaan. Maar hoe pak je dat aan? ‘Bij IenW heeft het verslag zich de afgelopen acht jaar organisch ontwikkeld’, zegt Merel. ‘We hebben dus niet van meet af aan gezegd: het verslag moet aan deze en die normen voldoen. Maar inmiddels werken we volgens de normen van de Global Reporting Initiative (GRI). Dit is een onafhankelijk instituut dat richtlijnen opstelt voor duurzaamheidsverslaglegging. Door deze normen te volgen is alle informatie in zo’n verslag actueel, herleidbaar en toetsbaar.’

Voorbeeldrol

Merel wijst daarnaast op de Corporate Sustainable Reporting Directive (CSRD). ‘Deze EU-richtlijn verplicht vanaf 2024 steeds meer bedrijven om te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. De CSRD moet zorgen voor meer transparantie over duurzaamheidsthema’s en voor een betere kwaliteit van duurzaamheidsinformatie. Zo krijgen burgers, maar bijvoorbeeld ook beleggers, straks een betrouwbaar en objectief inzicht in de duurzaamheidsinspanningen en -uitdagingen van bedrijven. Vanuit onze voorbeeldrol kijken we met veel interesse naar de CSRD en naar wat deze richtlijn voor duurzaamheidsverslaglegging betekent. Zeker omdat het ons erom gaat dat we een duurzaamheidsverslag willen hebben, niet omdat we een duurzaamheidsverslag moeten hebben.’

Panel op het event
vlnr: Eelke Buizer, Merel Kuiper, Koert Busser, Thomas Wissingh, Jetske Thielen

Meten is zweten

Bij de duurzaamheidsverslaglegging speelt data volgens Merel nadrukkelijk een rol. ‘Zonder data kun je eigenlijk niet gericht acteren en sturen op het bereiken van duurzaamheidsresultaten. Met behulp van data kun je laten zien wat bepaalde maatregelen opleveren. We streven naar een situatie waarin we alle resultaten kunnen meten op basis van data. Maar zo ver zijn we nog lang niet. Het is een enorme opgave en een continu verbeterproces om alle benodigde data te verzamelen en daar op de juiste wijze mee om te gaan. Gekscherend wordt er ook weleens gezegd: meten is zweten.’

CO2-prestatieladder

De CO2-prestatieladder is een katalysator voor het verzamelen en omgaan met data. ‘Dit is een instrument dat ons helpt onze CO2-uitstoot inzichtelijk te maken en te verminderen’, aldus Merel. ‘We werken al vele jaren met dit instrument, net als veel bedrijven. De CO2-prestatieladder is gebaseerd op de PDCA-cyclus (Plan, Do, Check, Act). Daardoor is je CO2-management geborgd in je organisatie. Met de ladder kun je doelen stellen en monitoren of je die doelen bereikt. Naast inzichten biedt het instrument ook handvatten om aan de slag te gaan met CO2-reductie. Het is super dat alle ministeries de CO2-prestatieladder gebruiken. Zo ontstaat er een gemeenschappelijke “CO2-reductietaal” en kunnen we appels met appels vergelijken. Dat draagt bij aan het behalen van de rijksbrede duurzaamheidsdoelstellingen.’

SG Dronkers over de CO2-Prestatieladder

Geen doel maar middel

Merel heeft nog meer tips. ‘Ik realiseer mij dat duurzaamheid een enorm breed begrip is en dat elk beleidsterrein zijn eigen prioriteiten stelt. Denk dan ook goed na over de vraag op welk beleid je invloed kunt uitoefenen én daadwerkelijke voortgang kunt boeken. Vervolgens is het gewoon een kwestie van beginnen met het opstellen van rapportages. Maar besef dat duurzaamheidsverslaglegging geen doel op zich is, maar uitsluitend een middel om te laten zien wat je hebt bereikt. Vraag jezelf dus altijd af welke data je nodig hebt om te meten of je je doelstellingen hebt behaald en trek niet zomaar conclusies uit data die toevallig voorhanden zijn. Je duurzaamheidsdoelen moeten altijd het uitgangspunt vormen.’

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: Duurzaamheidsverslag 2022