Wat de bekertjeskwestie ons leerde over afvalscheiding

De recycling van koffiebekertjes van onder meer de Rijksoverheid blijkt niet te gaan zoals bedacht, stelde televisieprogramma KRO De Monitor half februari. Miljoenen bekers belanden in de verbrandingsoven, in plaats van dat ze worden verwerkt tot wc-rollen. Reden voor de bewoners in het hoofdkantoor van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Rijnstraat 8, om tot de bodem van hun afvalbak én keten uit te zoeken waar het mis gaat. Op 13 november 2020 presenteerden zij de resultaten van dit onderzoek tijdens een online uitzending over de ‘bekertjeskwestie’.

Beeld: Pexels

Wat is het probleem rond de bekertjesrecycling?

De bekertjes die onder meer rijksambtenaren gebruiken, zijn te vies om te recyclen, bracht de KRO aan het licht. “Toen we daar wat dieper indoken, bleken ook de rijksbrede cijfers die ik kreeg over de kilo’s aan afgevoerde afvalstromen verre van precies te zijn,” zo vertelt Adrie Huissoon (adviseur duurzaamheid en huisvesting IenW) ons tijdens de uitzending op 13 november. “Wat bleek: er werden containers geteld in plaats van gewogen. We wilden daar meer over weten, dus gaven we onderzoeksbureau Design Innovation Group (DIG) de opdracht om 3 afvalstromen te volgen: GFT, Koffiebekertjes en Plastics. ” Voor het pand aan de Rijnstraat 8 wordt het afvalmanagement verzorgd door een consortium. Dat valt buiten de aanbestedingscontracten en de Categorie Avalzorg en Grondstoffenmanagement van de Rijksoverheid.

Rotte beker, zak verloren

Wist je dat koffie na drie a vier dagen gaat schimmelen, en je bekertje met teveel koffieresten dus ook? Hetzelfde geldt voor etensresten, wanneer je je bekertje gebruikt als afvalbakje op je bureau. Een vervuild bekertje kan er zomaar voor zorgen dat een hele grote zak bekertjes van de recycleketen naar de verbrandingsoven verplaatst. Dat was een van de lessen die DIG leerde tijdens het onderzoek, vertelt oprichter Marieke Rietbergen. “In dit voorbeeld kan er één beker slecht zijn, en de rest nog goed. Maar dan gaat de hele zak weg. Een betere assessment van de bekers en de tijd om 1 ‘rotte’ beker uit de zak te verwijderen, zorgt voor veel meer recyclebaar materiaal.” Ook bleek niet te achterhalen waar het vervuilde afval vandaan kwam, omdat de wagens langs verschillende locaties rijden om het afval in te zamelen. Feedback kan dan niet worden doorgegeven aan de juiste locatie. En dit geldt voor alle drie de afvalstromen.

Renewi werkt aan dé beker en betere feedback

Afvalverwerker/recyclebedrijf Renewi werkte niet alleen enthousiast mee aan het onderzoek van DIG, maar kijkt zelf ook naar een betere recycleketen. Zo draaien zij een pilot waarbij zakken bekers worden voorzien van een sticker met de afzender, vertelt manager Destra (onderaannemer Renewi) Arend Verhoeven: “Zo kunnen we onze klanten een terugkoppeling geven. Nu wordt 40% van de bekers niet verwerkt tot wc-rollen, zoals wel de bedoeling was.” Ook werkt Renewi mee aan initiatieven voor duurzamere verpakkingen en bekers, zoals Circup en het #koffiebekerpact. “Doel is om minder typen bekers en liefst dé duurzame koffiebeker te maken. Dan kunnen we installaties maken die specifiek die bekers kunnen verwerken. Dat kan nu met al die verschillende bekertjes nog niet.” Het feedbackmechanisme, via stickers op zakken, is redelijk dichtbij. Met een uitbreiding van de pilot kan dat binnen 3 maanden op grotere schaal gebeuren. Maar zo’n installatie voor bekerverwerking duurt zeker 1 a 1,5 jaar om te realiseren.

Nascheiding: duur of extra effectief?

Tot nu toe gaat het dus vooral over afvalscheiding bij de bron. Nascheiding heeft de naam zo’n drie keer duurder te zijn dan scheiden aan de bron. Maar klopt dat wel? Jasper de Jong, commercieel directeur bij AVR, ziet juist volop kansen. Het bedrijf haalt sinds 2018 grondstoffen uit restafval. Hun installatie vist metaal op met een magneet en gebruikt infraroodscanners om folies te scheiden van drinkpakken. “Nascheiding heeft nog veel meer mogelijkheden. Zo kijken we nu in een proef of we plastic- en metalen verpakkingen en drinkpakken die als te vervuild bij het restafval komen, toch kunnen scheiden. Bijvoorbeeld met nieuwe wastechnieken.” Jasper pleit voor een combinatie van technologie en gedragsverandering. Maar de machine is zorgvuldiger dan de mens, zo onderstreept hij. Met enthousiaste bijval van Raymond Gradus, hoogleraar bestuur en economie van de publieke en non-profit sector aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Categoriemanagement in actie

Een bevlogen betoog mag niet ontbreken, en dat kwam van Maurice Goudsmith, categoriemanager afvalzorg en grondstoffenmanagement. “We gaan onze contracten voor de Rijkspanden waar de Rijksoverheid zelf verantwoordelijk over is anders inrichten. Het logistieke deel wordt losgekoppeld van het verwerkingsdeel. De logistiek gaat zorgen voor een betere ‘track & trace’ van het rijksafval. Er wordt alleen geleverd aan een recycler met een duurzaam contract en met goede afspraken over de toepassing van gerecycled afval. Zo zijn we ook vaak launching customer voor de afzet van producten: voor leveranciers loont het de moeite om hun werkwijze duurzaam te maken met zo’n grote klant als het Rijk als contractpartner.” De nieuwe contracten zijn vanaf 1 juli 2021 actief, en de categorie maakt gebruik van tools van het RIVM bij de selectie en bij de monitoring tijdens het contract.

“De afvoer van afval kostte bij de Rijksoverheid in 2019 meer dan tien miljoen euro. Naast milieubelang is het financieel belang dus ook een serieuze zaak.” Hij vertelt hoe de categorie het roer al eerder omgooide om duurzamer te worden op afvalgebied. Eerst met try-outs om stromen apart te houden, zakken te stickeren of op locatie bij te houden waar bekers vandaan kwamen. Dat zette wel zoden aan de dijk, maar nog lang niet genoeg: “We gaan onze doelstelling van maximaal 35% restafval voor de kantooromgeving op het totaal in 2020 zeer waarschijnlijk niet halen. We missen transparantie en stromen zijn nog steeds vervuild. Daar moeten we de komende tijd versneld mee aan de slag.”

Maak het verschil met vier tips

Jacques Dubbeldam, afdelingshoofd duurzaamheid en huisvesting bij IenW, sloot de uitzending af met een droom: Rijnstraat 8 wordt het eerste afvalloze kantoor in Nederland, en zeker vóór 2030. Voor de benodigde motivatie op de weg daarnaartoe, heeft mediawetenschapper Dan Hassler-Forest een tip: “Kijk naar het grote plaatje. Een utopie is geen eindbestemming, maar een doel dat je richting geeft. Laat mensen verder denken dan de eigen actie op dit moment. Je bent meer dan een mens die een kop koffie wil, je bent ook onderdeel van een grotere keten. Dat andere perspectief kan dagelijks gedrag veranderen.”

Met de tips die tijdens de uitzending 13 november 2020 voorbij kwamen willen de bewoners van Rijkstraat 8 bijdragen aan betere afvalverwerking bij andere kantoren van het Rijk:

  • Houd je bekertje ‘schoon’: gooi restjes koffie of thee weg, stop er geen ander afval in (lepeltjes, ander karton, theezakjes of etensresten) en gooi het in de juiste bak.
  • Zorg er als organisatie samen met andere bedrijven in de keten voor dat je afval traceerbaar is. Zo kan het proces worden geoptimaliseerd.
  • Verken de opties: is scheiding bij de bron passender, of nascheiding?
  • Gebruik de tools van het RIVM om duurzaamheid te meten of monitoren: www.metenvanduurzaamheid.nl

De reis van Gerda de koffiebeker

In het voorjaar komt er een vervolg op deze bijeenkomst. Wil je ondertussen al meer weten over de ‘bekertjeskwestie’ en het onderzoek van DIG? Kijk dan op hun site. Op Youtube vind je ook een film die koffiebeker Gerda volgt in haar reis door de afvalstroom.